Veelgestelde vragen over batterijparken
Een batterijpark – ook gekend als BESS (Battery Energy Storage System) of energieopslagsysteem – is een grootschalige opslagplaats voor elektriciteit. In deze parken verzamelen en bewaren een reeks batterijen bestaande energie als buffer voor later gebruik. Het opslaan van elektriciteit gebeurt tijdens periodes van lage vraag of hoge productie – denk bijvoorbeeld aan zonnige zomerdagen wanneer zonnepanelen meer dan genoeg stroom opwekken. Later kunnen de batterijen die opgeslagen energie weer aan het net leveren tijdens momenten van piekvraag of lagere productie. Op die manier zijn we minder afhankelijk van variabele omstandigheden zoals het weer en verzekeren we een stabielere hernieuwbare energievoorziening.
Een batterijpark kan je zien als een opgeschaalde versie van oplaadbare thuisbatterijen, ontworpen om energie op te slaan voor later gebruik. Maar in plaats van één apparaat van stroom te voorzien, heeft het de capaciteit om hele wijken of bedrijven te bevoorraden, precies wanneer de behoefte het grootst is.
Meer details over de werking van batterijparken, ontdek je hier.
Batterijparken zijn een belangrijke aanwinst omdat de in- en output van hernieuwbare energiebronnen zoals wind- en zonneparken erg variabel kan zijn. De zon is in ons land geen vaste klant en ook windkracht varieert elke dag. Met batterijparken kunnen we snel reageren op schommelingen in vraag en aanbod, wat sterk helpt om het elektriciteitsnet flexibel en stabiel te houden. Zo wordt het steeds makkelijker om duurzame maar variabele energiebronnen te integreren in onze energienetwerken. Nog een groot pluspunt van batterijparken is het beperken van energieverspilling door de opslag van overtollige energie voor later gebruik. Ook de energiezekerheid gaat erop vooruit als we op batterijparken kunnen rekenen tijdens eventuele pannes, overbelasting of momenten van verlaagde elektriciteitsproductie.
De realisatie van batterijparken gaat gepaard met hoge investerings- en installatiekosten en ook de extractie van basismaterialen heeft een impact op het milieu. Bovendien verminderen de prestaties van batterijcellen met de tijd.
Gelukkig zorgt de opmars van energieopslagsystemen voor voortdurende verbeteringen. De constructiekosten zijn in dalende lijn en we zien ook groei in het aantal recyclage-technologieën voor batterijsystemen.
Na ongeveer 20 jaar zijn batterij-units afgeschreven, maar blijven ze prima inzetbaar voor verdere toepassingen. Na het bereiken van de 'end of life'-fase, geldt er een terugnameverplichting, zodat de leverancier van de batterijen deze op een verantwoorde manier kan recycleren.
Storm werkt volop aan een eerste batterijproject in Zeebrugge en haalde in 2023 ook de vergunning binnen voor twee grote nieuwe batterijparken in Ruien en Langerlo. We focussen ons eerst op deze projecten. Er zijn ook andere plannen in ontwikkeling maar nog in een vroeg stadium. Met de groeiende vraag naar en gebruik van technologieën zoals warmtepompen en laadpalen zijn batterijparken essentieel in de energietransitie voor een flexibele en stabiele stroomvoorziening.
Reken gemiddeld op een periode van één tot twee jaar voor de bouw en afwerking van een batterijpark.
De werken van het batterijpark in Zeebrugge zullen in 2024 van start gaan. De concrete installatie van de batterijen en hoogspanningstransformator staan op de agenda voor 2025, waarna het batterijpark operationeel zal zijn.
De hoeveelheid opgeslagen energie hangt af van de algemene capaciteit. Een batterijpark van 400 MWh heeft een capaciteit van 100 MW – goed voor een energiestroom die 4 uur lang 100 MW naar het net laat vloeien.
De Storm-batterijparken, die momenteel worden ontwikkeld, hebben een opslagcapaciteit tussen 400 MWh en 800 MWh per park, wat resulteert in een totale capaciteit van 1.600 MWh.
In België geldt er een capaciteitsremuneratiemechanisme ('CRM') waarbij energiebedrijven worden vergoed om op lange termijn de bevoorradingszekerheid van energie in het land te waarborgen. Storm kan ook beroep doen op die steun. Meer weten? Ontdek het hier.
